Agrofood en Ondernemen

De verandering is op komst

Docent Erik Hassink stoomt zijn studenten in Dronten klaar voor een agrarisch kantelpunt. Onderzoeker en hoofddocent Ron Methorst en Lector Duurzaamheid Bodembeheer Gera van Os leggen uit hoe slimme boeren kiezen voor kringlooplandbouw. Student Agrarisch ondernemerschap Jaco Veldhuisen signaleert dat ‘de boer zich minder verstopt op zijn boerderij,’ en volgens Bastiaan Pellikaan, voorzitter van het College van Bestuur van Aeres staan we nog maar aan het begin van de mogelijkheden die de technologie ons gaat brengen. Bij al deze stappen en uitingen zou je vermoeden dat er toch echt, zoals Jaco Veldhuizen beweert in een artikel in Trouw, ‘verandering op komst is.’
 
Erik Hassink vertelt in een artikel van 30 juli 2018 in de Flevopost dat de tijden zijn veranderd. Het is niet langer méér, maar beter, en duurzaamheid is niet meer weg te denken in het boerenbedrijf. Hassink legt uit dat de landbouw in Nederland na de Tweede Wereldoorlog vooral was gericht op voedselproductie. Nederland werd daar heel goed in en is nu een voorbeeld voor het produceren van veilig en goed voedsel. Maar volgens de docent Agrarisch ondernemerschap van Aeres Hogeschool Dronten is de tijd nu daar om de landbouw op een andere manier te bekijken. Politiek, burger en consument vragen daarom, en agrariërs realiseren zich dat ze bewuster willen omgaan met de wereld. Duurzaam produceren en tegelijk genoeg geld overhouden om als agrariër te blijven bestaan? Aeres helpt toekomstige boeren bij die zoektocht.
 
Hassink ziet dat agrariërs zich vaker richten op biologische teelt of levensmiddelen met een gezondheidsclaim en ook studenten kijken minder naar groeien en produceren en vaker naar meerwaarde en kwaliteit. In het agrarisch onderwijs leren ze hoe ze als boer duurzaam aan de slag kunnen met zonnepanelen, CO2-reductie en betere teeltmethoden. Maar ook de consument moet veranderen. ‘Als we beter voor onze planeet willen zorgen, moeten we de kosten samen dragen.’ En: ‘ook agrariërs die regulier telen kunnen best duurzaam werken en hart hebben voor land en dieren.’, aldus Hassink.
 

Het kan anders en slimmer

In dagblad De Stentor beschouwen Ron Methorst en Gera van Os in september de kansen en mogelijkheden van kringlooplandbouw. Volgens Methorst zorgt kringlooplandbouw er voor dat niets wordt verspild, en dat grondstoffen optimaal worden benut. Methorst denkt dat in plaats van kunstmest ook heel goed gewone mest kan worden gebruikt. Dat vermindert het gebruik van fossiele brandstoffen, en de mijnen waar de fosfaten voor onze kunstmest vandaan komen raken ook een keer uitgeput. Ook vestigt hij de aandacht op het feit dat eiwitten in koeienvoer ook in Europa geproduceerd kunnen worden in plaats van ze te importeren via soja uit Brazilië. Het kan volgens hem allemaal anders en slimmer.
 
Gera van Os gaat  in hetzelfde artikel in op de rol van consumenten en supermarkten. Ze stelt dat het imago van de supermarkt wordt bepaald door wat de consument vindt en koopt. Ze zet de roep om verantwoorde voedselproductie naast het feit dat er goedkope speklapjes uit Roemenië in het schap liggen. Met de keuze bij dit schap bepaalt de consument of boeren de investeringen in duurzame voedselproductie ook kunnen terugverdienen. 

‘Je zorgt als boer voor de dieren en de natuur, en die liefde krijg je terug.’

Jaco Veldhuisen, Student Agrarisch ondernemerschap Dier- en veehouderij aan Aeres Hogeschool Dronten

Kleine robots

Volgens Methorst en Van Os staan jonge boeren open voor de noodzaak van kringlooplandbouw. De verandering komt eraan in de vorm van Smart Farming, High-tech boeren, precisielandbouw. Kleine robots die het werk doen, in plaats van enorme machines die de bodem vernielen. De productie in biomassa zou door een hogere efficiëntie, een grotere biodiversiteit en een lagere kwetsbaarheid zelfs gelijk kunnen blijven, ook als er minder gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. 
De overheid moet dan wel een aantal belemmerende regels wijzigen geeft Methorst aan. Zo is de Europese Unie bang dat gewone mest uitspoelt naar de sloot, terwijl  innovatieve technieken dat kunnen voorkomen. 
Volgens Gera van Os is het huidige productiesysteem echt onhoudbaar, ook vanwege de verandering in het klimaat. En het kan snel gaan met de omslag naar een duurzamer systeem. De sector zit niet stil, en de voorlopers bewijzen dat het kan. De kringloopgedachte is geen nieuw idee, maar gaat de toekomst van de landbouw veranderen.

De nieuwe generatie verandert

Boeren, dat betekent zware arbeid, lage prijzen en een kritische omgeving. Maar er staat een nieuwe en enthousiaste generatie boeren klaar. Dat is de conclusie van dagblad Trouw in een artikel over een aantal van die jonge boeren die studeren bij Aeres Hogeschool in Dronten. 
Student Agrarisch ondernemerschap Dier- en veehouderij Jaco Veldhuisen vertelt in het interview dat zijn ouders liever hadden gezien dat hij een andere baan had gekozen dan het zware boerenwerk. Gewoon, iets van nine-to-five. Het werd fysiotherapie, maar de sluimerende liefde voor de landbouw won het uiteindelijk toch. Veldhuisen vindt vooral de samenwerking tussen dier en natuur prachtig. Je zorgt als boer voor de dieren en de natuur, en die liefde krijg je terug. Die wisselwerking spreekt hem aan. Hij is trots op zijn vak.
Veldhuisen constateert in het artikel een kloof tussen de stad en het platteland. Boeren voelen zich onbegrepen. Maar hij ziet dat de nieuwe generatie verandert. De blik is wijder en de boer verstopt zich niet meer op zijn boerderij. De omslag is onderweg, want de boer wil echt wel duurzamer worden. Maar aanpassen aan nieuwe regels, bijvoorbeeld met het oog op duurzaamheid, kost tijd en geld en vereist een andere manier van werken. 

‘Stop met het denken in tegenstellingen.’

Bastiaan Pellikaan, voorzitter College van Bestuur

Denkpatroon omkeren

Informatietechnologie gaat de wereld van agri en food enorm helpen, dat staat volgens de voorzitter van het College van Bestuur van Aeres, Bastiaan Pellikaan als een paal boven water. Maar tegelijk staan we nog maar aan de start van de mogelijkheden die die technologie ons gaat brengen. Op de website van het AgriFoodTech Platform pleit Pellikaan er in november voor om steeds uit te gaan van de vraag: hoe kun je impact hebben in de keten?
Daarvoor zijn vrijdenkers nodig, meent Pellikaan, denkers van buiten de keten, die nadenken over hoe de technologie ons kan helpen. Het groene onderwijs heeft mensen nodig die anders denken dan de gemiddelde ondernemer. Mensen die niet alleen de beren op de weg zien, maar ook de mogelijkheden. Hij noemt zijn eigen opa als voorbeeld. Toen die een melkmachine aanschafte werd daar schande van gesproken. Technologische ontwikkeling, dat was een bedreiging. Maar juist het omarmen van nieuwe ontwikkelingen brachten welvaart en voldoende voedsel.
Pellikaan stelt vast dat veel beroepen straks niet meer bestaan, en dat gevestigde instituten gaan verdwijnen. Hij vindt dat geen reden tot angst, omdat het ook nieuwe ruimte om te ontwikkelen oplevert.  En dat is volgens hem nodig om op termijn een goede leefomgeving en voldoende voedsel te kunnen garanderen. 

Best of both worlds

Pellikaan ziet in het groene onderwijs jonge mensen die heel vooruitstrevend of juist heel traditioneel zijn, maar vindt dat het niet moet gaan om tegenstellingen als hoogtechnologisch en laagtechnologisch. Hij wil beide werelden juist bij elkaar brengen en studenten naar de samenleving en naar andere vakgebieden leren kijken. Zijn advies: stop met het denken in tegenstellingen, denk in innovatieve ontwikkelingen en denk niet teveel in beperkingen van regelgeving.