precisielandbouw

Onderzoek bij Aeres in 2019

Date

In deze laatste aflevering van de jaarimpressie over 2019 is het woord aan Corné Kocks, Dinand Ekkel en Frank de Jong. Alle drie zijn ze als lector verbonden aan Aeres Hogeschool waar ze elk vanuit hun eigen expertise praktijkgericht onderzoek doen voor uiteenlopende opdrachtgevers. Tijdens het gesprek, dat vanwege de coronamaatregelen online plaatsvond, vertelden de lectoren enthousiast wat hen drijft in hun werk. Corné Kocks verwoordde het zo: “Als een projectvoorstel gehonoreerd wordt ben ik iedere keer weer blij. Niet vanwege het geld dat er binnenkomt, maar omdat de inhoud zo prikkelend is; daar zit zo’n mega-uitdaging in.”

2019 was het jaar waarin het praktijkgerichte onderzoek bij Aeres Hogeschool in een tweede fase belandde. Waar de afgelopen vier, vijf jaar vooral in het teken stonden van pionieren en op een creatieve manier kansen benutten, maken de lectoraten nu vooral een verdiepingsslag in kwaliteit. Dat komt enerzijds omdat er afgelopen jaar is geïnvesteerd in het formuleren van vervolgopdrachten voor lectoraten die afliepen. Die nieuwe opdrachten stellen de lectoraten in staat een professionaliseringsslag te maken met de al gewonnen kennis en informatie. Anderzijds constateren de lectoren dat onderzoeksopdrachten groter worden en meer samenwerking vragen met andere hogescholen en partijen.

“Bij creatieve bedrijfjes zit de innovatie en de kriebel om samen iets te gaan doen”

Nationale Proeftuin Precisielandbouw

Ter illustratie noemt Kocks, die in Dronten lector Precisielandbouw en Smart Farming is, de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) waar hij als partner bij betrokken is. De proeftuin helpt boeren en tuinders om aan de slag te gaan met toepassingen van precisielandbouw. Dat gebeurt onder meer door lesmateriaal te ontwikkelen, de publicatie van artikelen in vakbladen en samenwerking met het bedrijfsleven en het ministerie van LNV. “De NPPL is een groot en meerjarig project waarbij steeds meer gebruikers aanhaken en dat resulteert in een enorme spin-off in RIF-aanvragen (Regionaal Investeringsfonds, red.) en practoraten in het mbo.” Het leidt er volgens de lector wel toe dat samenwerkingsverbanden logger worden en er steeds meer onderzoekstijd gaat zitten in coördinatie, afstemming en samenwerking. “Hierdoor dreigt de samenwerking met kleine en creatieve bedrijfjes wat ondergesneeuwd te raken. Dat vind ik persoonlijk jammer, want hier zit vaak de innovatie, de uitdaging en de kriebel om samen iets te gaan doen.”
 

Maatschappeljk relevant

Lectoren, docent-onderzoekers en studenten van de hogeschool voeren samen met partners uit het onderwijs, bedrijfsleven en overheden praktijkgericht onderzoek uit. Kenmerkend voor dit type onderzoek is dat het maatschappelijk relevant is en de praktijk er direct profijt van heeft. Praktijkgericht onderzoekt wijkt daarmee af van fundamenteel onderzoek aan universiteiten dat vooral is gericht op het oplossen van een kennisprobleem.

De drie faculteiten van Aeres Hogeschool hebben ieder een eigen focus en onderzoeksprogramma.
In Almere gaat het onderzoeksprogramma ‘Gezond leven in de groene stad’ over de transitie naar een duurzame samenleving, over nieuwe businessmodellen rondom stadslandbouw en factoren die onze leefstijl en voeding beïnvloeden. Bij het onderzoek zijn twee lectoren en zes docent-onderzoekers betrokken.
Het onderzoeksprogramma ‘Duurzaam ondernemen’ in Dronten gaat over duurzame manieren om voedsel te produceren, verantwoord ondernemerschap en duurzame bedrijfsontwikkelingen in de agrifood- en tuinbouwsectoren. Bij het onderzoek zijn acht lectoren en in totaal 25 docent-onderzoekers betrokken.
‘Wijsheid’ ten slotte is de focus van het onderzoeksprogramma in Wageningen en richt zich op een optimale inzet van talent in het beroepsonderwijs en in de maatschappij. Het gaat hierbij over processen van samen ‘kennis construeren’, hoe professionaliteit en ‘leerkracht’ zich ontwikkelen en hoe je die ontwikkeling kan ondersteunen. Maar ook wat de natuur, zoals in biomimicri en insecten, ons daarin te leren heeft. Bij het onderzoek zijn vijf lectoren en negen docent-onderzoekers betrokken.

Meer informatie over alle onderzoeksprogramma’s is hier te vinden.

“Het onderzoekspallet in Almere wordt breder en leuker”

Groeiende onderzoeksgroep in Almere

Dinand Ekkel geeft leiding aan een groeiende onderzoeksgroep in Almere met nu nog twee lectoraten: ‘Groene en vitale stad’ en ‘Voedsel en gezond leven’. Ook hij ziet meer en verschillende partijen aanhaken. “Dat alleen al is een verrijking voor de lectoraten; het laat zien dat er belangstelling is voor ons onderzoek.” De samenwerkingen gaan inmiddels verder dan de provincie Flevoland. Zo is Ekkel op dit moment in gesprek met de gemeente Breda en Den Haag. En samen met het kennisinstituut voor water en ondergrond, Deltares, werkt hij aan een aanvraag voor een nieuw vierjarig lectoraat over de ecologische kwaliteit van stedelijk water. Dit onderzoek wordt gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). “Het hele onderzoekspallet wordt breder en leuker.” 

Impact

Afgelopen jaar was het lectoraat van Ekkel ook betrokken bij een groen herinrichtingsplan van een stadsdeel van de Regenboogwijk in Almere. “De uitkomsten van ons onderzoek worden binnenkort gerealiseerd in de wijk. Ik word er zo enthousiast van dat we als lectoraat echt voor impact kunnen zorgen als het gaat om leefbaarheid in de stad.” Samen met een coauteur schreef Ekkel een artikel over dit project dat is aangeboden aan het internationale tijdschrift Landscape and Urban Planning, dat duurzame oplossingen voor landschapsverandering promoot.

“Ik wil helpen de lespraktijk beter te maken”

Chocoladetaart bakken

Wie onderzoek doet loopt altijd op de troepen vooruit, weet Frank de Jong uit ervaring. “Dat maakt onderzoek doen soms moeilijk, maar het houdt me tegelijkertijd jong in mijn hoofd. Ik vind het bijvoorbeeld fantastisch als een teamleider van Aeres VMBO naar mij toekomt met een onderzoeksvraag die hij samen met mij wil oppakken. Bijvoorbeeld hoe je ‘kennis construeren’ in de school kunt ontwikkelen door een chocoladetaart te bakken. Als het lukt om onderzoeksresultaten zo aan te bieden dat de praktijk ze omarmt en gaat toepassen, is dat zo inspirerend! Daarom doe ik onderzoek: ik wil helpen de lespraktijk beter te maken. Niet omdat de praktijk het slecht doet, maar omdat de praktijk zelf van een 8 een 9 wil maken.” Bij Aeres Hogeschool Wageningen is Frank de Jong lector Responsief leren/Kenniscreatie en ecologisch intelligent handelen en master-director van de MEd opleiding Leren en Innoveren. De Keuzegids Masters merkt deze opleiding, die volledig is gebaseerd op de didactische benadering van kennis creëren, al meerdere jaren aan als topopleiding.

“Glastuinders die duurzaam gaan telen realiseren over het algemeen minder opbrengst”

Kruisbestuiving van Aeres lectoraten

De lectoraten werken in principe onafhankelijk van elkaar, maar daar komt steeds meer verandering in. Afgelopen jaar vond er een succesvolle kruisbestuiving van Aeres lectoraten plaats bij een omvangrijk tweejarige projectaanvraag over ‘Het Nieuwe Telen’ van het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. Met dit project wil het ministerie van LNV glastuinders er de komende tien jaar toe bewegen hun kassen liefst gasloos te gaan verwarmen en over te stappen op duurzame energiebronnen. Kocks: “Glastuinders die duurzaam gaan telen realiseren over het algemeen minder opbrengst. Maar dat doen ze bewust om hun kinderen en kleinkinderen een goede leefomgeving na te laten in de toekomst. Hun gedrevenheid komt dus vooral voort vanuit idealisme.” Zijn lectoraat Smart Farming had ingeschreven op dit project. Maar omdat een deel van de projectaanvraag bestond uit de ontwikkeling van lesmateriaal over de nieuwe visie op glastuinbouw voor telers en studenten, kreeg Pieter Seuneke de opdracht de didactische paragraaf te schrijven. Seuneke is docent-onderzoeker Responsief leren bij Aeres Hogeschool Wageningen. Kocks: “Mede dankzij zijn didactische expertise werd ons het onderzoekstraject gegund. Ik vind dit echt een Aeres-pareltje om trots op te zijn.”
Andere cross-overs zijn een projectaanvraag over voedselverspilling. De Drontense lector Piet Moonen (Circulair ondernemen) en de Almeerse lector Sigrid Wertheim-Heck (Voedsel en gezond leven) trekken hierbij samen op. Een cross-over die niet mag ontbreken is het IMPACT-lectoraat ‘Responsief onderwijs’ van Frank de Jong. Hierin werkten lectoren van Aeres Hogeschool in Wageningen en Dronten de afgelopen vier jaar samen met lectoren van HAS Hogeschool, Inholland en Van Hall Larenstein aan de transitie in de agrifood sector.
 

Koude kennis

Kennisontwikkeling is één ding, maar kennisinzichten ontwikkelen en toegepast krijgen in de dagelijkse onderwijspraktijk (kennisvalorisatie) is volgens de Wageningse lector een ander ding. “Om bij het voorbeeld van Het Nieuwe Telen te blijven; er zijn hele boeken volgeschreven over duurzaam telen. En toch nemen veel telers die inzichten niet over. Dat komt omdat het ‘koude’ kennis is die niet aansluit bij de situatie van de telers. Er is een leerproces nodig om er ‘warme’ kennis van te maken die beter aansluit op de bedrijfspraktijk van telers. Kennisconstructie noemen we dat in Wageningen.” De Jong is expert op dit thema en werd vorig jaar november, geïnitieerd door Aeres, aangesteld als bijzonder hoogleraar ‘Responsief leren en kennis construeren’ bij de Open Universiteit Heerlen. 

''Praktijkgericht onderzoek staat of valt met een goed didactisch model''

Gepleit voor didactisch model

Kocks is het grondig eens met De Jong. “Praktijkgericht onderzoek staat of valt met een goed didactisch model. Samen met vier groene hogescholen en Wageningen University & Research (WUR) ben ik vorig jaar begonnen aan de ontwikkeling van een nationaal opleidingsplan voor stikstof. Mijn grootste zorg is dat er aan dit project alleen inhoudsdeskundigen meewerken, die alles weten van een klein molecuul, maar niemand die nadenkt over de manier waarop we die kennis moeten aanbieden aan landbouwers. Ik heb daarom gepleit voor een didactisch model en dat gaat er gelukkig komen. Onderwijskundigen van de WUR en Aeres Hogeschool Wageningen gaan hiermee aan de slag.”

Baanbrekend onderzoek

Op de vraag wat hem drijft om praktijkgericht onderzoek te doen, antwoordt Kocks dat hij er zoveel van leert. “Als iets werkt wil ik weten waarom het werkt, zodat ik het ergens anders opnieuw kan gebruiken.” Hij geniet ervan onderzoeksresultaten uit een totaal andere sector toe te passen in zijn eigen sector. Een paar jaar terug deed hij een studie naar bacterieziekten in koolgewassen, waarbij hij gebruikmaakte van analyses naar goud uit de mijnbouw. “Hoe gek kun je het verzinnen? Maar het resultaat bleek baanbrekend te zijn en ik heb er veel van geleerd. Je komt alleen tot dit soort ongewone oplossingen als je in contact blijft met de buitenwereld én met studenten, want ook zij komen soms met hele originele ideeën.”

“Nederland doet heel ingewikkeld over schaduwteelten”

Verfrissende afstudeerstage

Dat merkte Kocks onlangs nog toen hij werd getriggerd door een schets van een student uit Almere die in Dronten zijn afstudeerstage doet. “Deze jongen had een opstelling getekend voor de teelt van schaduwgroenten in zonneweides. Nederland doet heel ingewikkeld over deze teelten die we normaal gesproken alleen in het donker laten groeien. En wat blijkt? Witlof en taugé doen het prima onder zonnepanelen. Met een aantal collega’s hebben we een projectvoorstel geschreven en een subsidieaanvraag gedaan. Er is op dit moment al zoveel belangstelling vanuit het bedrijfsleven dat het geld er sowieso komt, met of zonder subsidie. Na zijn studie kan deze student met een eigen startup aan de slag. Dat is toch fantastisch!”

“Op onze hogeschool staat biologie centraal. Dan wil je dat toch terugzien in het gebouw?”

Functioneel groen

In Almere zijn de voorbereidingen voor de bouw van - wat nu al wordt genoemd - de groenste hogeschool van Nederland in volle gang. Vanuit zijn lectoraat Groene en vitale stad is Dinand Ekkel nauw betrokken bij het binnenklimaat van de hogeschool. “Onderzoek wijst uit dat het gebruik van natuurlijk groen in gebouwen bijdraagt aan werkplezier, werkproductiviteit, prestatie en leeropbrengst.” Zijn ervaring is dat deze functionele toepassing van groen nog onvoldoende leeft bij hoveniers en groenbedrijven, voor wie groen vooral een esthetische functie heeft. “Natuurlijk moet het een mooie hogeschool worden, maar bovenal een leerplek waar studenten onderzoek kunnen doen hoe groen bijdraagt aan een gezond leefklimaat. Op onze hogeschool staat biologie centraal. Dan wil je dat toch terugzien in het gebouw? Ik heb ontzettend mijn best moeten doen en dat voor elkaar te krijgen. Tegenover eventuele hogere exploitatiekosten bied je studenten en docenten een gezonde leer- en werkomgeving waar ze zich prettig in voelen.”
De Jong herkent het verhaal van zijn collega-lector. “Toen wij de plannen presenteerden voor onze ronde hogeschool in Wageningen kregen we veel opmerkingen dat we ruimte zouden verliezen. Maar we verliezen helemaal geen ruimte omdat we geen gangen hebben. De keuze voor een rond gebouw is bewust gemaakt vanuit de leerprocessen die hier plaatsvinden. Je loopt tegen gevestigde ideeën aan waar je soms doorheen moet drukken om het anders te krijgen.”

“Studenten zijn mensen met ideeën die onderwijs volgen om hun ideeën te ontwikkelen”

Kennisvaardige studenten

Volgens De Jong ziet het huidige onderwijs studenten nog teveel als consumenten van kennis die als een leeg blad op school komen. “Neem nou de stikstofcrisis. Als wij onze landbouw anders moeten organiseren zullen studenten een andere denkwijze moeten ontwikkelen. Responsief leren en kennis construeren gaat uit van het gegeven dat studenten mensen met ideeën zijn, die onderwijs volgen om hun ideeën te ontwikkelen en kennisvaardig te worden. Dit laatste betekent dat ze met verschillende informatie en kennis om kunnen gaan, waardoor ze anders leren aankijken tegen stikstof en andere omgevingsproblemen in onze samenleving.”

“Stikstof is een tanker”

Stikstofcrisis is grote uitdaging voor docenten

Volgens Kocks ligt in het voorgaande een grote uitdaging voor de docenten van de drie faculteiten van de hogeschool. “Stikstof is een tanker. Als je zijn koers wilt wijzigen, moet je rigoureus ingrijpen. Om de komende jaren ondernemende studenten op te leiden die duurzame alternatieven kunnen bedenken voor de hoge stikstofuitstoot, vraagt dat om andere competenties van onze docenten. Zijn zij voldoende weerbaar tegen de huidige weerstand en emoties zoals die afgelopen jaar te zien waren tijdens de studenten- en boerenstakingen? Als groene hogeschool kunnen we onze kop niet in het zand steken. Onze grootste opdracht voor Aeres is docenten zover te krijgen dat zij durven meebewegen in de transitie naar een duurzame landbouw.”

Dit is de laatste aflevering van de jaarimpressie waarin Aeres terugblikt op 2019. Lees ook de eerder verschenen jaarimpressies over ondernemerschap en onderwijs.