Lectoraat rundergezondheid

Duurzame kennis over rundergezondheid dankzij praktijkgericht onderzoek

Date

Omdat de preventieve gezondheidszorg van melkvee altijd beter kan, trok Aeres Hogeschool Dronten Annet Velthuis aan als lector ‘Management van Rundergezondheid’. Sinds 2018 voert zij 1,5 dag per week praktijkgericht onderzoek uit in samenwerking met verschillende partijen, waaronder een honderdtal melkveehouders en een groep docent-onderzoekers en studenten van agrarische hogescholen.

In tegenstelling tot baby’s heeft een kalf bij de geboorte geen weerstand. In deze kwetsbare periode van de eerste 24 tot 48 uur is het belangrijk om de infectiedruk rondom het jonge kalf zo laag mogelijk te houden. Velthuis zet zich gedreven in voor preventieve gezondheidszorg. “Ik houd me bezig met de vraag wat je als veehouder of adviseur kunt doen om je dieren gezond te houden. Hierbij kun je denken aan goed voer, een schone omgeving en het stressvrij behandelen van dieren. Kortom, goed management.”

Kennis mee terugnemen in het onderwijs

Als onderdeel van het onderzoek bezoeken docent-onderzoekers het hele jaar door melkveehouders om informatie te verzamelen over de kalveropfok. De bedrijven werken vrijwillig mee aan het onderzoek. Samen met de veehouder nemen de docent-onderzoekers een uitgebreide vragenlijsten door. Ze observeren wat er in het bedrijf gebeurt en nemen monsters af. De lector legt uit dat het wetenschappelijk gezien helemaal niet zo verstandig is om dit onderzoek door verschillende mensen te laten doen. “Elke observator kijkt immers op zijn eigen manier en dat kan voor ruis in de data zorgen.” Toch kiest ze bewust voor deze aanpak. “De essentie van praktijkgericht onderzoek is juist om mensen, los van de resultaten, anders naar bedrijven te laten kijken. Hoe meer docent-onderzoekers contact houden met de praktijk, hoe groter de kans dat zij hun opgedane kennis mee terugnemen in het onderwijs. Op deze manier ontstaat duurzame kennis. Studenten zijn per slot van rekening de melkveehouders van de toekomst.”

Uniek in Nederland

Om indirect heel Nederland te bereiken, betrekt Velthuis meerdere agrarische hogescholen bij haar onderzoek: Aeres Hogeschool, HAS Hogeschool, Van Hall Larenstein en InHolland. Aeres Hogeschool Dronten is de enige hogeschool met een lectoraat voor rundergezondheid en een eigen train- en leeromgeving (Aeres Farms).“Het is zo belangrijk om met docenten en studenten tussen de koeien en kalfjes te lopen om zaken te observeren, onderzoek te doen en uit te leggen wat je precies bedoelt. Aeres is hiermee uniek in Nederland.”

Grove darmcelstructuur

Infectiedruk is een serieus gezondheidsrisico voor jonge kalfjes. De darmcelstructuur van pasgeboren kalven is tijdelijk wat grover. Dit is ideaal voor het eerste voedsel dat jonge kalven krijgen: biest. Deze eerste melk van de moederkoe zit boordevol antilichamen, die bijzonder goed zijn voor de weerstand van het jonge kalf. Dankzij de grovere darmstructuur komen de grotere biesteiwitten gemakkelijker in het lichaam. Idealiter krijgen kalveren binnen een halfuur na geboorte biest te drinken. Voor het toedienen gebruiken melkveehouders verschillende melkverstrekkers, zoals een speenemmer, speenfles of sonde. Als de hygiëne van deze melkverstrekkers te wensen overlaat, bestaat het risico dat bacteriën vrij spel krijgen, met alle gevolgen van dien voor de gezondheid van het kalf.

Te veel bacteriën

In het onderzoek zijn de melkverstrekkers van ruim zestig melkveebedrijven intensief onderzocht. In het laboratorium werd onder meer vastgesteld hoeveel bacteriën de verschillende melkverstrekkers bevatten. Dit gebeurde aan de hand van een eenvoudig watermonster. In het geval van de speenemmer was de werkwijze als volgt: in een schone emmer die bedoeld was voor de biest van het eerstvolgende kalf werd een hoeveelheid steriel water gegooid, geschud en via de speen in een monsterpotje gebracht. Het water kwam op alle plekken waar de biest normaal gesproken ook zit. Een monster van het water ging vervolgens naar het laboratorium, waar het kiem- en E.coli-getal werden vastgesteld. Het kiemgetal zegt iets over het aantal bacteriën per millimeter vloeistof en het E.coli-getal zegt iets over de aanwezigheid van mest met diarreeveroorzakers. Velthuis: “De labuitslagen toonden aan dat de melkverstrekkers bij veel melkveebedrijven te veel bacteriën bevatten. Dit waren overigens alleen de bacteriën uit het water. De bacteriën die in niet reine biest zitten, komen hier nog bij op.”

Lectoraat rundergezondheid grafiek 1     

Bewustwording creëren

De lector benadrukt dat ze met dit onderzoek niet met het vingertje wil wijzen naar de melkveehouders. “Iedereen doet zijn best. Met dit onderzoek wil ik bewustwording creëren. Als veehouders niet weten dat hun materialen te veel bacteriën bevatten, zullen ze hun werkwijze niet gaan aanpassen. Maar meten is weten. Met deze bewijslast in handen zijn ze wel gemotiveerd om schoner te gaan werken. Dat is precies wat ik wil bereiken. De preventieve gezondheid van dieren kan altijd beter en ik ben erg gepassioneerd om mijn steentje daaraan bij te dragen.”
Behalve het verlagen van de infectiedruk rondom het jonge kalf richt het praktijkgerichte onderzoek van de lector zich ook op het verhogen van weerstand bij runderen en de zorg voor zieke dieren. Dit najaar publiceert zij de uitkomsten van deze onderzoeken. Annet Velthuis is tevens onderzoeksmanager rundvee bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) in Deventer. 

Als veehouders niet weten dat hun materialen te veel bacteriën bevatten, zullen ze hun werkwijze niet gaan aanpassen.

Annet Velthuis, Lector Management van Rundergezondheid bij Aeres Hogeschool in Dronten

Annet Velthuis lector Rundergezondheid